Bij niet newtoniaans vloeistoffen verandert de viscositeit dus wel. Een newtonse vloeistof (ook wel newtoniaanse vloeistof genoemd) is de naam die in de continuümmechanica wordt gegeven aan bepaalde fluïda, zoals. Water, honing (niet-gekristalliseerd), suikerstroop zijn voorbeelden van newtonse. Ook daarvan vinden we een voorbeeld dicht bij huis: het. Hoe kan je een” harde “vloeistof maken? Een ander voorbeeld van een pseudoplas- tische vloeistof is bloed. In het hart, waar de schuifspanning tamelijk laag is.
Enkele bekende voorbeelden van een. Bloed gedraagt zich in grote bloedvaten als een newtonse vloeistof, een. Het definieert niet-Newtons fluïdum een vloeistof waarvan de viscositeit varieert afhankelijk van de schuifspanning die wordt toegepast. Newtoniaanse; (a) pseudoplastisch; (b) dilatant; (c) Bingham. Voorbeelden zijn suspensies met een hoog vaste stof aandeel, zoals. Newtonse vloeistoffen en de Navier–Stokes vergelijkingen. De newtoniaanse vloeistoffen hebben een constante viscositeit.
Staat je antwoord er niet bij of heb je een vraag waarbij het vertaalwoordenboek geen hulp kan bieden? Een voorbeeld van een vloeistof met thixotrope eigenschappen is bloed. Een van de belangrijkste onderwerpen van o. Eenvoudig gezegd is viscositeit de stroperigheid van een vloeistof. Hoe stroperiger de vloeistof hoe hoger.
Water is een voorbeeld van een newtonse vloeistof. Vloeistoffen met een ideaal visceus stromingsgedrag worden Newtonse. Zo is water een voorbeeld van een vloeistof met een lage viscositeit, honing een. Een golf op een koord is een voorbeeld van een transversale golf: de uitslag. In een vloeistof is er een beetje meer plaats tussen de deeltjes.
Niet-newtoniaanse vloeistoffen kunnen ofwel pseudo-plastisch zijn indien de.