Het mannetje bouwt in het vroege voorjaar verschillende nesten die door het. De winterkoning of vaak winterkoninkje (Troglodytes troglodytes) is de enige. Deze nesten worden in het voorjaar door het mannetje gemaakt, in heggen. Dan beslist het vrouwtje, de "winterkoningin", welk nest haar het beste lijkt, om er vervolgens vijf tot acht. Terwijl het vrouwtje aan het broeden is, gaat het mannetje op pad om nog een. Het vrouwtje begint met broeden nadat het derde ei is gelegd en na twee tot drie weken komen de jonge winterkoninkjes uit het ei.
Acht tot tien bolvormige nesten bouwt het bezige mannetje in zijn territorium. Nest bolvormig met veel mos, met aan de zijkant een opening. De kleuren van het mannetje en het vrouw vrouwtje is precies hetzelfde. Winterkoninkje – Troglodytes troglodytes tuinvogels.
Het winterkoninkje is een klein zangvogeltje met een opgewipt staartje dat mooi en. De mannetjes van de blauwe winterkoninkjes daarentegen staan er om bekend dat ze de minst trouwe vogel zijn. De Latijnse naam van het winterkoninkje zoals wij hem noemen is bijna groter dan het. Omdat het winterkoninkje voornamelijk zijn voedsel zoekt op de grond, is dat moeilijk als er ijs.
Men vindt het winterkoninkje vooral terug in bossen, parken en in tuinen.
WINTERKONINKJE, Mannetje (Regulus Mas). In struikgewas leiden winterkoninkjes een geheimzinnig bestaan. Het wijfje is een iets lichter van kleur dan het mannetje.
TERKoNINKJE eindens geplaatst is, met een kleine opening omtrent het. Zo bouwt het mannetje van het winterkoninkje wel acht nestjes die allemaal. Soms bouwt alleen het vrouwtje, soms alleen het mannetje. Als het vrouwtje op de eieren zit.
Vanochtend een mannetjes winterkoninkje gespot. De bijgaande foto is van internet want hij was me te snel om goed vast te leggen. Dit stropdas is bij het mannetje veel breder dan bij het vrouwtje. Ze hebben een lange dunne snavel, die onovertroffen is om insecten en spinnen te vangen in het eigen.
Hij bouwt zijn nest in heggen,schuurtjes, klimop, boomstronken en soms in oude nesten.